Welke bezonningsnormen en richtlijnen worden toegepast?
TNO-norm of TNO-bezonningsnormen
In aanvulling op de overzichten met 3D-schaduwafbeeldingen of bezonningsdiagrammen in een bezonningsstudie kunnen wij een situatie toetsen aan gangbare richtlijnen. De lichte TNO-Norm is het meest gangbaar.
De Lichte TNO-bezonningsnorm: Ten minste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari - 21 oktober (gedurende 8 maanden) in het midden van de vensterbank aan de binnenkant raam.
De Strenge TNO-bezonningsnorm: Ten minste 3 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 21 januari – 21 november (gedurende 10 maanden) in het midden van de vensterbank aan de binnenkant raam.
Voorbeeld:Bezonningssituatie op 19 februari:
Bezonning begint om 10:51 uur |
Bezonning eindigt om 15:41 uur |
Om de hoeveelheid bezonning vast te stellen wordt de tijd gemeten dat er zonlicht op 1 van de meetpunten (zie gele stippen) valt. In bovenstaand voorbeeld blijkt dat de woonkamer met drie ramen (puien) ruimschoots voldoet aan de lichte TNO-bezonningsnorm. De bezonning op de meetpunten is in totaal 4 uur en 44 minuten.
Wij bepalen de bezonningsduur met behulp van het 3D model op de minuut nauwkeurig. De resultaten zetten wij voor je in een overzichtelijke tabel. Ook wordt er verwezen naar de meetpunten die zijn aangehouden. Alle gewenste situaties kunnen wij toetsen en vergelijken.
Haagse bezonningsnorm
De belangrijkste voorwaarden in deze richtlijn is dat de gevels van woningen op 19 februari (en 21 oktober) 2 uur zon moeten kunnen ontvangen. De beoordeling moet op een meetpunt op 75 centimeter hoogte in het midden van de gevel worden gedaan. De duur van bezonning op de voor- en achtergevel mag je bij elkaar optellen. Ook beschouw je de duur binnen de periode van de dag dat de zon hoger dan 10 graden boven de horizon staat.
Aanvullende voorwaarde is dat als er in de bestaande situatie minder dan 2 uur bezonning mogelijk is, de duur er niet op achteruit mag gaan. Een geplande dakopbouw mag voor maximaal 50% afname van bezonning zorgen bij omliggende woningen. Is er in de bestaande situatie 6 uur mogelijk en in de geplande situatie 2,5 uur dan wordt dus niet voldaan.
Voorbeeld: Bezonningssituatie op 19 februari:
Bezonning begint om 12:02 uur op de achtergevel |
Bezonning eindigt om 13:54 uur op de voorgevel |
In tegenstelling tot de TNO-norm maakt het dus niet uit of er wel of geen raam is. In bovenstaand voorbeeld voldoet de woning met een totale bezonningsduur van 1 uur en 52 minuten net niet. Net als bij de TNO-norm bepalen wij de duur op de minuut nauwkeurig en zetten wij de resultaten voor je in een overzichtelijke tabel.
In sommige gevallen zijn de TNO-normen en Haagse bezonningsnorm te beperkt. Bijvoorbeeld als er op het meetpunt geen bezonning mogelijk maar op grote delen van het raam in werkelijkheid wel. Dan is het raadzaam om het hele glasoppervlak te beschouwen aan de hand van een zonneduur grid-berekening.
Bezonningsrichtlijn voor dakopbouwen in de gemeente Pijnacker - Nootdorp
Deze gemeente vraagt om te kijken naar de omvang van de schaduw op negen tijdsstippen. Namelijk om 9.00 uur, 13.00 uur en 17.00 uur op 21 maart, 21 juni en 21 september. Gekeken wordt naar de naastgelegen percelen. Ten opzichte van de bestaande situatie mag een geplande dakopbouw maximaal 30% extra schaduwwerking opleveren. Daarmee blijft het merendeel van de bestaande bezonningssituatie in de achtertuinen van de omliggende percelen hetzelfde.
Voorbeeld: Bezonningssituatie op 21 juni om 17 uur:
Bestaande situatie |
Geplande situatie |
Je kunt van ons van alle negen tijdsstippen een berekening verwachten waarbij wij de berekende percentages in een overzichtelijke tabel weergeven. In bovenstaand voorbeeld is berekend is wat de schaduwoppervlakte dat in de achtertuin ontstaat na uitvoering van een dakopbouw op nummer 14. De tuinen hebben een oppervlakte van 63 m2. Bij nummer 12 is de toename 0%. Bij nummer 16 blijkt in de bestaande situatie 20 m2 en geplande situatie 24,6 m2 schaduw. Dit betekent dat er 7% extra schaduw optreedt.
In aanvulling op de genoemde bezonningsnormen kunnen wij onderzoek doen naar daglicht en uitzichtkwaliteit.
bronnen:
- Zonneveldt, L. , Groot, de, E.H. (2005), Rapport: Daglicht en bezonning in de woonomgeving, TNO Delft, p.3
- RIS 180461_110614
- Nota dakopbouwen 2018 – Gemeente Pijnacker-Nootdorp